• Dus ik zorg dan een beetje mantel, voor mijn ouders. Mijn vader is namelijk dement.
    Nu ben ik dan twee weken vrij en wat zij, wij het liefst doen en altijd gedaan hebben is een lunch doen of wat borrelen in de middag. Een klein uitje om de dag te breken
    Niet op Mikonos of in Athene, in Praag of New York, Milaan, Parijs, Berlijn, lekker bij ’T Hilletje in Kootwijk.
    Maar jezus christus, twee weken lunchen, ik weet niet meer waar ik het zoeken moet.
    De lunchkaart van alle establishmenten in de wijde omtrek heb ik volledig gehad en gegeten.
    Voorheen was ik een behoorlijke carnivoor. “Zet de koe maar naast de tafel dan snij ik het er zelf wel af.”.
    Nu neem ik een soepje of een salade of enig vegetarisch gedoetje.

    Door de koolhydraten blaas ik helemaal op of dat gevoel heb ik. Dit is buiten mijn verschijning van een skippybal, mensen.
    Dan kan je deflatine nemen voor het minderen van dat gevoel maar ik prefereer dan meer om het probleem bij de bron aan te pakken. Te zijn minder koolhydraten. Zolang en ver het mij past natuurlijk.

    Zodoende nuttig ik veel minder brood en dat helpt. Maar nou ga ik opeens zien hoeveel brood je krijgt.
    Als je gaat zitten heb je al meteen een mandje met brood en kruidenboter. Als je soep neemt is een klein beetje brood ook inderdaad wel lekker. Veelal als bijgerecht, patat of brood.

    Maar nu, waar ik me de laatste jaren al flink aan geïrriteerd heb, en nu helemaal de vinketering (sorry, mam) van krijg is het brood tegenwoordig in de horeca.

    Van een goede clubsandwich of een simpele tosti kon ik erg genieten toen ze casino brood gebruikte totdat de trend kwam van boerenbrood of landbrood of het ergste ‘rustiek’ brood.

    Nou snap ik wel dat de horeca de omschrijving op de kaart appetijtelijk wil maken maar ‘rustiek’ brood?!
    Maak dan het interieur van het restaurant rustiek, misschien een rustiek lampje op de tafel maar niet het brood!
    Dan ben ik weg en kom niet weer.

    En het is ook gelul van niks. Te doen alsof je het brood inkoopt bij de lokale bakker of boer of weet ik veel wat en dan de clubsandwich of tosti verkracht met achterlijk dikke plakken brood! Doe eens normaal, man!
    Het zijn gewoon dik gesneden plakken brood, verder niks.

    Ooit was ik eens bij Burger King, had honger, ik bedacht me een dubbele Whopper te nemen. Dat is een broodje hamburger maar dan met twee hamburgers. Ik zit dat ding te eten en besefte me opeens dat het niet lekker was omdat de burger/broodje ratio niet meer klopte. Teveel vlees voor een broodje.

    Dat is nu dus ook het geval met die boerenbrood en dat landbrood. De brood/beleg ratio klopt niet meer.
    Of ben ik nou een ouwe lul, kan ook, hè!?

    Hoe dan ook, een simpele tosti kan ik met een steakmes niet eens meer doorheenkomen zo hard geroosterd als die korst ook is. Een clubsandwich is een flatgebouw van een apparaat waar ik niet eens weet waar te beginnen.

    Maar weet je, Hollander als ik ben, ik ben zo verschrikkelijk blij dat ik hier nog over kan zeiken en mopperen in alle vrijheid voordat de rode dreiging, de Russen binnenvallen, en ik bommen en granaten heb voor de lunch! Zo bevoorrecht en dan zeuren over het teveel aan voedsel.

  • Zonet stond ik even te roken in het zolderraam en overzag het groen in de buurt.

    Opeens bedacht ik mij dat vorig jaar er een aantal bijzonder grote vitale bomen tegenover mij vrij snel af stierven en zijn verwijderd. Een aantal op het terrein van m’n lagere school en ook in het gemeente plantsoen. Een stuk of vier of vijf.

    Toentertijd dacht ik er weinig van, tja, tuurlijk vond ik het zonde van die mooie bomen.

    In deze tijd van zogenoemde klimaatveranderingen tref je wel eens bomen met “hitte-stress”. Dat is als een zomer zo heet en droog is dat bomen voortijdig hun blad verliezen om zo de vochtverdampingsprocessen door de bladeren te minderen. Zelf perseveratie, zeg maar.

    Maar deze bomen gingen echt in rap tempo dood en turend over het andere groen wat die bomen omringde is weinig van te merken dat ze watertekort hebben gehad.

    Curieus, op z’n minst.

    Over perseveratie gesproken, ik resideer precies schuin tegenover Jeroen.

    Jeroen ken ik al lang, van jaren geleden in de tijd dat we nog hangjongeren waren.

    Jeroen mag ik best wel graag, je zou hem kunnen bestempelen als een aso (wat hij ook waarschijnlijk is), maar ik heb altijd een enorm zwak gehad voor misfits. En Jeroen is een rare piepersnijder, mag ik wel zeggen.

    Jeroen is een kok, en een ware kunstenaar wat dat betreft. Ik heb in een restaurant gegeten waar hij kok was en het was ook echt een waar feest om zijn gerechten te mogen nuttigen.

    Maar dat ging niet goed want hij heeft een tattoo van een wietblad op zijn arm wat in het restaurant niet goed viel dus hij ging de catering in van dat zelfde restaurant.

    Dan weet ik niet of hij die baan nog heeft, want ook in die tijd van onze jeugd was het gebruik van bepaalde substanties niet geheel ongebruikelijk, zeg maar.

    Overmatig alcohol gebruik als zelfmedicatie is hem dan ook ten deel gevallen.

    Zelf ga ik daar niks van vinden of een mening over hebben, ik weet ken het leven niet wat hij tot nu toe geleid heeft. Wie ben ik dan ook, in godensnaam, om een oordeel te hebben over wie dan ook?!

    Wel weet ik dat zijn vader vroegtijdig is overleden, en hij op de zerk van het graf een bacardi cola heeft gedeeld met zijn vader. Dan breekt mijn hart toch een beetje.

    Waarschijnlijk heeft dit er ook toe geleid dat zijn vrouw en kinderen hem verlaten hebben.

    De welbekende vicieuze cirkel

    Bevriend met hem op “sociale” media kom ik zijn posts wel eens tegen, vaak vooral erg veel woede, heel erg slecht taalgebruik. Maakt niet uit.

    Maar hij heeft een moestuin in zijn achtertuin waar hij kruiden en groenten verbouwd om in zijn gerechten te verwerken. Verschrikkelijk trots ook z’n bieslook en peterselie.

    Dus ik sta zo even geleden te roken, turend uit het zolderraam, denkend aan al die mooie imposante bomen bomen die vorig jaar plots verdwenen, zie ik opeens hoe die bomen toen het zonlicht uit zijn achtertuin hielden waar hij nou vrolijk zijn moestuintje heeft…

    Zoals ik zei, rare piepersnijder, die Jeroen.

  • Fruitvliegje

    Hoewel de jaarlijkse hondsdagen voorbij zijn, waarna ik (voornamelijk in mijn hoofd) geen fruitvliegjes meer verwacht, zat er toch weer een fruitvliegje in mijn bier.

    Dat is dan wel een tripel biertje waar ik het over heb.
    En als fruitvliegje had ik het ook wel geweten. Dan was ik net zo’n trippelliefhebber als ik nu ben…
    Dat beter dan een eendagsvlieg die zijn dag niet heeft, nietwaar!?

    Hoe dan ook, dit specifieke vliegje vond ik nog in paniek spartelend in mijn bier.
    Wanhopig proberen weg te komen met haar of zijn leven.
    Hoewel ik zelf ergere manier kan bedenken om aan een einde te komen toch.

    Dus ik stak mijn dikke vinger in de schuimige kraag en redde het irritante wezentje van een wisse dood.

    Maar in plaats van het uit te smeren over mijn broek of het van mijn vinger af te blazen besluit ik nog wel eens om te kijken wat het vliegje doet.

    Deze keer kroop ‘ie uit het schuim naar een droge gedeelte van mijn vinger. Daarna werd hij rap sneller en rende over mijn hele hand.

    Toen herinnerde ik mij dat lieveheersbeestjes altijd het hoogste punt uitkiezen om vanaf weg te vliegen.
    Dus ik stak mijn hand op en warempel, ’t kleine fuckertje rende via mij middelvinger omhoog.

    Het is dat ik mijn leesbril ophad maar daar, inmiddels op mijn vingertop aangekomen, zag ik dat ‘ie zijn vleugeltjes schoonmaakte met zijn pootjes. Rende nog wat heen en weer en whoop, weg was ‘ie.

    Nou vliegt er ergens een dronken fruitvliegje rond.

    Dat soort momentjes…

    Net als gisteren in de wachtkamer bij de tandarts.

    Niemand leest meer een drie maanden oude Donald Duck of een oude Libelle, laat staan een praatje maken.
    Iedereen zit letterlijk met hun gezicht in een mobiele telefoon.

    Komt er een moeder en zoontje van een jaar of zeven binnenlopen, nog geen goedemiddag, ploffen neer is een stoel. Zij in haar mobiel maar het jochie niet.
    Gozertje had naar eigen zeggen nog 2% batterij op zijn telefoon dus moest maar even ouderwets wachten in de wachtkamer.

    Ik zat tegenover hem in mijn werkkleding en wist wel dat hij naar mij zat te staren met grote ogen.
    Dus ik kijk wat naar de bomen door het raam, laat mijn ogen glijden langs de klok want vijf minuten geleden had ik een afspraak,  en opeens keek ik naar hem.

    Daar was hij niet op bedacht want hij schrok toen we oogcontact maakte en keek verlegen snel weg.

    Ik glimlachte toen de tandarts kwam en vroeg: “Meneer Vink?”.

  • Je hebt een clip van dat jong van Bob Marley, Ziggy Marley.
    Geweldige voornaam trouwens.
    Tomorrow people.
    De clip begint met een jochie die zegt: “Ik wil niet naar een andere planeet, ik wil deze maken.”.
    Treffende woorden voor zo’n jong broekie.
    Maar wel grappig, veel mensen claimen graag te willen leren van buitenaards leven omdat zij anders zijn terwijl we elkaar op deze planeet uitmoorden omdat andere anderd zijn. Zie je een beetje de waanzin en hoe absurd we zijn?!
    Mochten we een andere leefbare planeet vinden dan is het: Andere planeet, zelfde gezeur.
    Mooiste voorbeeld was toch een aflevering van de ‘Rijdende Rechter’.
    Er was zo’n ouwe chagrijnig die naar Ermelo kwam om al die ruzie in Amsterdam te ontvluchten.
    Hier een mooie bungalow, begon die lul ruzie te maken over hoe hoog een schutting mag zijn enzo.
    Het mooiste was nog dat hij zei dat hij juist weg wilde uit Amsterdam vanwege dit gezeik en hij het nou weer had in Ermelo.
    Volledig voorbij gaand aan het idee dat het misschien niet ligt aan de hele wereld maar misschien wel aan de notie dat hij een aartszeikerd is.
    Goddomme, hoe dom kun je zijn.
    En dit wil andere planeten bevolken.

  • Er zijn mensen die mijn gebrabbel en gemompel in deze sociale leegte of media geschreeuw lezen.
    Eerlijk waar, ik kon het eigenlijk ook niet echt voorstellen.

    Het hele idee van introvert wel volledig aan voorbij gegaan dan.

    Weinig, vooral extraverte mensen, kunnen niet voorbij gaan aan het feit dat ik verbaal lang niet zo sterk ben als in schrift.

    Zelf ga ik geen discussie aan, leg mezelf niet uit, heb er in het algemeen helemaal geen zin in menselijk contact.
    Laat me met rust en blijf vooral uit de buurt.

    Maar praten mag ik graag doen als ik het schrijven kan.

    Het één en ander aan onbegrip is mij in afgelopen tijden ten deel gevallen.
    Één van de meer typerende uitspraken was toch wel: “Als je het kan schrijven dan kan je het ook spreken!”

    Nee, dus.
    Over bepaalde zaken kan ik schrijven met een emotie of elan maar als ik erover moet praten ga ik mompelen of stotteren.

    Zo een voorbeeld; ooit liep ik op een trap, ik moest twee hoog dus vier trappen omhoog.
    En er was een dame die voor mij ook omhoog liep maar zij liep op hoge hakken en dat ging haar niet al te best af.

    Ze mopperde wat en toen ze mij, achter haar, in de gaten kreeg zei ze tegen mij: “Ik had ook beter moeten weten deze schoenen niet aan te trekken als ik nog trappen moet lopen…”

    Dus ik antwoordde, boerenlul die ik ben; “Maar ze staan je wel mooi.”

    Wat ik had willen zeggen was; tot in tegenstelling van veel mannen, die kleding om praktische redenen uitkiezen, zijn vrouwen vaker geneigd om kleding uit te kiezen vanuit een esthetisch oogpunt.

    Het hoeft niet, per definitie, fijn of comfortabel te zitten of te passen als het maar mooi eruit ziet.

    (Dat is blijkbaar iets wat maatschappelijk of cultureel dwangmatig is opgelegd.)

    Maar deze hakken staan je goed.

    Gevolgd door dooddoeners als: “Jij kunt dit, geloof in jezelf!” of “You go, girl!”.
    Welke cliché je het meest past.

    Maar ja, dat komt er bij mij niet uit, anderhalf etage hoog in een trappengat met deern voor mij. Of wanneer en waar dan ook.

    Zelfde idee (maar dan net andersom) met Patries; die verwonderde zich juist weer over het gegeven dat ik geheel anders schrijf dan dat ik praat, of ben misschien wel.
    Schrijvende ben ik rustig, relativerend, redelijk en dat soort terwijl ik in het leven, onrustig, ongeduldig ben.
    Bijvoorbeeld net als zovelen, in het verkeer de hele bende bij elkaar vloek.

    Veelal met grof taalgebruik bezig ik mij  omdat ik mij simpelweg verbaal niet snel genoeg kan uitdrukken.
    Onmacht dus.
    En mezelf vooral niet de tijd gun om mijn woorden wat zorgvuldiger te formuleren waarna ik mij de weg van de minste weerstand verschaf.
    Is niks leuks aan want dat is een lelijke kant van mij.

    Lang, soms dagen, nadat gesprekken voorbij zijn kom ik met gedachten of uitspraken waarmee ik een discussie had kunnen beslechten door dat mijn punt te maken.
    Maar veel van deze discussies interesseerde mij net genoeg om er nog wat over na te denken maar te weinig om het weer aan te halen.
    Waarschijnlijk ook omdat ik weer dagen lang moet denken over het tegen argument wat ik zou kunnen krijgen.
    Geen zin in, is meestal toch allemaal gelul van niks waarover je druk maakt.

    Ik heb een heel leven van dat soort momentjes gehad maar de laatste tijd heb ik meer van; laat maar.

    ‘T zal een leeftijd zijn.

    En dat past niet zo goed in deze tijd want iedereen moet ten alle tijden een mening over wat dan ook hebben.

    Helemaal als je anoniem kan zijn op internet.
    Ik lees wel eens de meningen van mensen, die blijkbaar ongehinderd zijn door enige vorm van kennis, hun woorden uit kotsen op het internet dat ik me schaam om mens te zijn.

    Apen die nog wel eens letterlijk met hun eigen stront naar elkaar gooien staan in schril contrast met de absolute stompzinnigheid die je op sociale media kunt aantreffen.

    Ben ook verheugd te vernemen dat diverse media niet meer getolereerd in sommige landen en dat deze sociale media beperkt wordt voor jongeren.

    (Daarbij ontgaat mij de ironie niet dat ik dit deel op sociale media, maar goed.)

    Vroeger,  vlak voor de komst van internet,  dacht men dat de onwetendheid bij mensen voorkwam omdat ze geen toegang hadden tot kennis.
    En ze hoopte dat internet dat zou veranderen.

    Dat was een inschattingsfout van globale proporties blijkt dus.

    Nee, ook al klink ik als de ouwe lul waarvan mensen denken dat ik dat ben.
    Internet sucks monkeymeat!